-
1 baffle
n. verbijstering; leiplaat--------v. in verlegenheid brengen; in de war brengen; verijdeld wordenbaffle1[ bæfl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————baffle2〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: bafflement〉1 verbijsteren ⇒ van zijn stuk/in de war brengen♦voorbeelden:it really baffles me how • het is me een raadsel hoe -
2 confuse
v. verwarren; in verlegenheid brengen[ kənfjoe:z]1 in de war brengen ⇒ verwarren, in verwarring brengen♦voorbeelden: -
3 perturb
v. storen, in beroering brengen, verstoren[ pətə:b] -
4 addle
v. breken, kapot gaan; in de war brengen, verwarren; verward, beduusd, verbijsterd zijn[ ædl]1 in de war raken/brengen ⇒ verwarren, benevelen -
5 disorganize
v. in de war brengen, ontregelendisorganize, disorganise[ disso:gənajz] 〈zelfstandig naamwoord: disorganization〉1 verstoren ⇒ in de war brengen, ontregelen -
6 mix up
verwarren, in de war brengen; door elkaar gooien; verwarring, warboel; gevechtmix up3 overhoop/door elkaar gooien -
7 bamboozle
v. oplichten; verwarren♦voorbeelden:bamboozle someone out of his money • iemand zijn geld afhandig maken -
8 befuddle
-
9 flurry
n. vlaag, windstoot; opwinding, verwarring, beroering--------v. zenuwachtig maken, agiteren, jachten; in de war brengenflurry1[ flurrie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: flurries〉2 opwinding ⇒ verwarring, beroering♦voorbeelden:1 flurries of snow • sneeuwvlagen/buienin a flurry of excitement • in een vlaag van opwinding————————flurry2〈werkwoord; flurried〉♦voorbeelden: -
10 throw out
afwijzen; weggooienthrow out♦voorbeelden: -
11 muddle
n. wanorde; rommel--------v. verwarren; verspillen; vervuilen, lelijk maken; wanorde veroorzaken; aanmodderenmuddle1[ mudl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 make a muddle of • verknoeien, in de war sturenin a muddle • in de war————————muddle2♦voorbeelden:muddle through • met vallen en opstaan het einde halenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 disarrange
v. verwarren, ongedaan maken van orde, veranderen van orde[ dissəreendzj] 〈zelfstandig naamwoord: disarrangement〉 -
13 dislocate
v. kneuzen, verzwikken, uit de kom gaan (van een bot); verschuiven; verknoeien, verwarren[ disləkeet] -
14 dizzy
adj. duizelig--------v. duizelig voelen; duizelenddizzy1[ dizzie] 〈bijvoeglijk naamwoord; dizziness〉♦voorbeelden:————————dizzy2〈werkwoord; dizzied〉1 verwarren ⇒ verbijsteren, in de war brengen -
15 fox
n. familienaam, Fox; Fox Studios, film en televisieproductiebedrijf gevestigd in Californië en Australië, afdeling van de 20-ste Eeuw Foxfox1[ foks] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 vos ⇒ vossenpels, vossenbont————————fox2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
16 scramble
n. geklauter; gescharrel; gegrabbel; gedrang; gevecht, worsteling; motorcross--------v. schudden (kaarten); door elkaar mengen; roeren; worstelen, moeite doen; opzij geduwd wordenscramble1[ skræmbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————scramble2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
17 screw up
opschroeven, opvijzelen; aanschroeven; dichtschroeven; oprollen; samenknijpen; verprutsen, verknoeien; in de war brengenscrew up1 verwringen ⇒ verdraaien, verfrommelen♦voorbeelden: -
18 shatter
v. verbrijzelen, versplinteren; ruïneren; ondermijnen, wankelen[ sætə]1 uiteenspatten ⇒ barsten, in stukken (uiteen)vallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:shattered nerves • geschokte zenuwen -
19 tumble
n. buiteling, tuimeling--------v. vallen, laten vallen; delgentumble1[ tumbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 warboel♦voorbeelden:————————tumble21 vallen ⇒ tuimelen, struikelen♦voorbeelden:tumble over • omtuimelentumble down the stairs • van de trap rollen3 tumble into/out of bed • in zijn bed ploffen/uit zijn bed springentumble up the stairs • de trap(pen) opstormentumble upon • (toevallig) vindenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
20 unsettle
v. doen wankelen; op losse schroeven zetten; van streek maken[ unsetl]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 this kind of food always unsettles my stomach • dit soort voedsel maakt mijn maag altijd van streek
См. также в других словарях:
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bauer (der) — 1. Armer Bauern Kälber und reicher Herren Töchter werden nicht alt. – Kirchhofer, 347. 2. Auch der Bauer isst nicht ungesalzen. Was ihm indess von seinem Schulzen, Landrath oder Pfarrer vorgepredigt wird, ist in der Regel nicht mit attischem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Herz — 1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha (Schaden) wier jod, hölpt ouch noch witt enn schlête Zitt. (Aachen.) – Firmenich, III, 232. 2. Auf einem traurigen Herzen steht kein fröhlicher Kopf. – Heuseler, 83. Dän.: Et sorrigfuld hierte er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
George Weller — ‘otheruses4|the writer|the elderly motorist in a fatal car accident|George Russell WellerGeorge Anthony Weller (1907 ndash;2002) was an American novelist, playwright, and Pulitzer Prize winning journalist for The New York Times and Chicago Daily… … Wikipedia
Indonesischer Unabhängigkeitskrieg — Indonesien bei Erreichen der Unabhängigkeit 1949 (rot) … Deutsch Wikipedia
Max Blokzijl — in jungen Jahren (1907) Marius Hugh Louis Wilhelm (Max) Blokzijl (* 20. Dezember 1884 in Leeuwarden; † 16. März 1946 in Den Haag) war ein niederländischer Journalist und Autor. Blokzijl wurde zunächst durch seine Report … Deutsch Wikipedia
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Zeit — 1. Ach, du lewe Tît, hadd öck doch gefrît, wär öck rusch e Wiew geworde. – Frischbier, 4158. 2. Abgeredet vor der Zeit, bringt nachher keinen Streit. – Masson, 362. 3. All mit der Tit kumt Jan in t Wamms un Grêt in n Rock. – Lohrengel, I, 27;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Pirna-Liebethal — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Gelsenkirchen-Ückendorf — Ückendorf ist ein Stadtteil von Gelsenkirchen. Zum Ende des Jahres 2009 lebten in Ückendorf 19.318 Einwohner. Inhaltsverzeichnis 1 Geografie 2 Geschichte 3 Städtebauliche Entwicklung 3.1 … Deutsch Wikipedia
Karel Lotsij — Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland, USA; † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender des… … Deutsch Wikipedia